Je darmgezondheid is erg betrokken bij je hormonale systeem. Want zonder gezonde darmen geen gezond hormonaal systeem.
Je darmen hebben een oppervlakte van een voetbalveld als je ze helemaal glad strijkt. In je darmen wonen goede en slechte bacteriën wat we darmmicrobiota (darmflora) noemen. De slechte bacteriën horen er ook, maar mogen niet de goede overheersen.
Door de grote oppervlakte kunnen je darmen veel informatie uit de buitenwereld, o.a. via voeding, opvangen en doorgeven. Aan de hand van deze informatie produceert je darmmicrobiota een soort signaalstoffen. Met deze signaalstoffen houden ze elkaar op de hoogte of alles onder controle is of juist niet. Ze communiceren niet alleen met elkaar, maar ook continu met je brein. Daarom worden de darmen ook wel het ‘2e brein’ genoemd.
Belangrijke taken van je darmen zijn:
- Bepalen de opname/beschikbaarheid van voedingsstoffen
- Sterke regulator om stress te handhaven
- Grote producent van neurotransmitters
- Bepalen grotendeels de ontgiftingscapaciteit (detoxificatie) van bv. oestrogenen en xeno-oestrogenen
- Zorgen mede voor afbraak, omzetting en recycling van hormonen
Het is dus erg belangrijk om een gezonde en gevarieerde darmmicrobiota te hebben. Hier kun je zelf voor zorgen met je voeding.
Bij gebrek aan voeding voor onze goede darmbacteriën overleven ze minder goed en wordt hun plek heel snel ingenomen door slechte bacteriën, schimmels en andere schadelijke micro-organismen.
Voeding waar je darmbacteriën erg blij van worden :
- Inuline: in aardpeer, knoflook, ui, prei, chicorei, arrowroot, pastinaak, zoete aardappel en artisjok
- Pectine: in geraspte appel en citrusfruit (vruchtvlees en schil)
- Arabinogalactanen: in tomaat, wortel, kokos(meel), kurkuma, salie, zwarte bonen en medicinale paddenstoelen
- Lignanen: zoals in lijnzaad
- Roomboter/ghee
- Resistent zetmeel: zoals in koude aardappelen
- Essentiële suikers
- Gefermenteerde voeding
- Oplosbare vezels uit groente, fruit, peulvruchten, noten, zaden etc.
- Niet-oplosbare vezels uit bv. granen
Er zijn een aantal factoren waardoor gezonde darmbacteriën moeilijk of niet overleven:
- Stress
- Antibiotica
- Maagzuurremmers
- Ontstekingsremmers (NSAID’s) en paracetamol (leveroverbelasting)
- Obstipatie of geen dagelijkse ontlasting
- Overmatig alcoholgebruik
- Verhoogd insulineniveau door onder meer suikers of geraffineerde koolhydraten
- Teveel vet en teveel dierlijk eiwit, E-nummers, fructose, fastfood, teveel eten
- Voedselvergiftiging
- Langdurig vasten en eetstoornissen
- Ontstekingen
- Bestralingen, chemo’s en darmoperaties
- Gifstoffen als lood, kwik, cadmium
- Voedselallergieën
- Lever-, alvleesklier- en galverstoringen
Super belangrijk dus om deze factoren zoveel mogelijk te beperken en goed voor je darmmicrobiota te zorgen. Vezels, gezond vet en vocht zijn het allerbelangrijkste voor een gezonde darmmicrobiota.
Je darmbacteriën halen hun energie en voedsel uit oplosbare vezels, ook wel prebiotica genoemd. Zorg dat je deze voldoende binnen krijgt, zodat de goede darmbacteriën voldoende te eten hebben en de slechte bacteriën niet gaan overheersen.
Wanneer je darmmicrobiota verstoord is, kan dat een aantal vervelende gevolgen hebben:
- Je neemt voedingsstoffen minder goed op, waardoor tekorten kunnen ontstaan. Hierdoor kunnen je cellen niet meer voldoende energie aanmaken en dat heeft op al je lichaamsfuncties effect.
- De recycling van je hormonen verloopt niet meer goed. Wanneer je hormonen zijn gebruikt, worden ze mede door gezonde darmbacteriën gerecycled en via de lever weer opgenomen in je lichaam. Als dit dus niet goed verloopt, worden je hormonen niet gerecycled maar belanden ze in het toilet. Het gevolg is een tekort aan bruikbare hormonen.
- Uit steeds meer onderzoeken blijkt dat je gewicht veel te maken heeft met de samenstelling en diversiteit van de micro-organismen in je darmen. Hoe gezonder en hoe meer verschillende micro-organismen je hebt in je darmen, hoe kleiner de kans op overgewicht. Overgewicht kan weer leiden tot insulineresistentie, excessief oestrogeen en leptineresistentie (geen verzadigingsgevoel meer bij eten).
- Het functioneren en de aanmaak van je neurotransmitters (hormoonachtige stofjes) verloopt niet meer goed. Goed hierbij om te weten is dat veel neurotransmitters zoals serotonine (feel-good) en melatonine (slaap) vooral in je darmen aanwezig zijn en maar een klein beetje in je brein. Je darmen hebben namelijk een eigen zenuwstelsel die een contante communicatie met je brein (centrale zenuwstelsel) en je immuunsysteem voert. Dit is dan ook de reden dat jouw darmbacteriën grotendeels je stemming, gedrag en stressbeleving bepalen.
Om neurotransmitters en hormonen te maken uit je voeding, is een gezonde spijsvertering van belang. Alle voeding die je eet moet eerst in kleine stukjes geknipt worden (vertering), zodat er andere stoffen uit gemaakt kunnen worden die weer een belangrijke functie in je lichaam hebben.
Sommige hormonen en neurotransmitters worden gemaakt uit eiwitten (anderen uit cholesterol). Deze eiwitten moeten eerst in aminozuren worden geknipt. Als je darmen en je spijsvertering niet goed werken, worden de eiwitten niet goed in stukjes geknipt en kan dat weer gevolgen hebben als allergische en vermoeidheidsklachten. Ook kun je tekorten krijgen aan bv. melatonine, serotonine, dopamine etc.
Als je voeding niet goed wordt verteerd, in kleine stukjes geknipt dus, door het ontbreken van de juiste darmbacteriën of door het ontbreken van maagzuur, krijg je een ontstekingsreactie in de darmen op deze niet goed verteerde voedingsmiddelen.
Daarnaast scheiden slechte bacteriën stoffen uit die ook een soort ontsteking in je darmen veroorzaakt, met als gevolg beschadigde darmslijmvliezen. Deze darmslijmvliezen zorgen er juist voor dat er geen slechte stoffen in je bloedbaan kunnen komen.
In het PMS plan geef ik alle handvatten die je nodig hebt om deze 3 pijlers op orde te krijgen. Ben jij benieuwd naar het PMS plan? Ontdek het nu op onze website en krijg weer grip op je cyclus.
